In 1935 zou het dan zover zijn, de eerste Nederlandse Grand Prix zou verreden worden op de Autorenbaan in Heerlen. De eerste schop moest nog in de grond gezet worden toen de eerste problemen al op de loer lagen. Hoe dan ook in maart 1935 was men er heilig van overtuigd dat het circuit gereed zou komen. Een maand later werd de beslissing genomen dat de Autorenbaan in Heerlen niet zou worden gebouwd. Men kwam niet verder dan een paar paaltjes in de grond.
Ik heb er al een paar keer over geschreven in het Engels echter gezien de research naar de Nederlandse autosport van voor 1949 is het de moeite meer dan waard om hier nogmaals in te duiken. Het is een verhaal dat min of meer al begin in de jaren 20 toen men in Nederland de autosport vooral kende als een elitesport op de boulevard van Scheveningen. Daar werden immers al snelheidsraces gehouden.
In 1925 werd voor het eerst een poging ondernomen om een permanente autorenbaan, zoals het toen werd genoemd, te realiseren in de buurt van Lisse. Wegens financiële problemen werd dit enorme project afgeblazen. Verschillende andere projecten volgden, en verdwenen in de la om dezelfde reden. Totdat op 10 februari 1934 werd bekend gemaakt dat er plannen waren voor een permanent circuit nabij Heerlen. Het circuit zou worden gerealiseerd op de Heerlerheide nabij den Heksenberg.
Heerlen werd verkozen boven Arnhem om het eerste permanente circuit in Nederland aan te leggen. Ondanks dat de K.N.A.C. in 1933 de concessie zou hebben afgegeven om deze in Arnhem te laten verrijzen. De stad zou betere financiële middelen hebben, lag vlak bij de grens van Duitsland en België waardoor men gokte om een beter bereik van toeschouwers uit Duitsland, België en Frankrijk.
Wat ik kon achterhalen is dat de K.N.A.C. al in 1932 plannen had gemaakt voor een Nederlandse Grand Prix. Buiten het feit dat de autosport in Nederland groeide, en het feit dat de K.N.A.C. was verbonden met de A.I.A.C.R. (de voorganger van de FIA) was vooral de interesse er voor een permanent circuit omdat autoraces op de openbare weg verboden waren. En hiervoor zelden vrijstelling voor werd gegeven door de overheid. Rond die tijd waren er ook de plannen voor een 35kilometer lange baan in Deelen. Diezelfde A.I.A.C.R. zou de boosdoener worden waarom de Grand Prix niet door ging.
De keuze was gevallen op Heerlen, wat min of meer kwaadbloed zou zetten in Arnhem. Echter, had men in Arnhem een deadline opgelegd gekregen voor het aankopen van de gronden ten behoeve van het te bouwen circuit. Men was hiermee te laat, en begin februari koos de K.N.A.C. dus voor Heerlen. Dit kwam doordat de burgemeester tijdens de raadsvergadering in februari had aangegeven dat Heerlen wel de financiële middelen had. (Zij zou garant staan voor ƒ180.000(gulden) via gemeentegarantie NV Sportfondsen). En klaar was om te beginnen met de bouw van het circuit met al haar faciliteiten. Ondanks een proces vanuit Arnhem waar men niet geloofde in de financiële positie, bleef de K.N.A.C. achter Heerlen staan.
Een compleet plan met tekeningen waar alle faciliteiten opstonden werden gepresenteerd. Wat interessant is aan de tekeningen is de invulling van de baan met de toegangswegen vanuit Oost en West-Duitsland, Noord-Nederland en België. Er waren twee grote parkeerplaatsen ingetekend met verschillende tribunes rond het circuit. Vlakbij lag de Oranje-Nassau mijn met spoor. Gesprekken zullen gevoerd zijn om een (tijdelijk)station aan te leggen. Het circuit zou een lengte van ongeveer 9km hebben.
Paaltjes waren al in de grond gezet, totdat de A.I.A.C.R. met aangescherpte regels kwam voor Grand Prix races. Ten tijde dat men wou beginnen met de bouw werd een circuit breedte van 8meter voorgeschreven. Echter zou dit veranderd worden naar 12meter. Dit uit “veiligheidsoogpunt”, echter betekende dit een financiële strop voor financiering van het circuit. Nog eens ƒ50.000(gulden) zou nodig zijn geweest op zeer korte termijn om dit op te vangen. Ondanks dat de K.N.A.C., aannemers en gemeente met de A.I.A.C.R. in gesprekken waren of er concessies gedaan konden worden bleef de voorloper van de FIA zijn poot stijf houden. Dit betekende uiteindelijk dat in April het bericht kwam dat er geen circuit meer zou worden gebouwd. En dat de aangekondigde Grand Prix van 15 september niet meer gehouden zou worden.
We zouden dus geen Luigi Fagioli, Rudolf Caracciola, Hans Stuck, Dick Shuttleworth en onze nationale helden Harry Herkuleyns, Jan-Willem Rens en Eddie Herzberger tijdens de Nederlandse Grand Prix zien. Of toch wel? Niet lang nadat er een streep door het circuit van Heerlen ging kwam Scheveningen in beeld.
